Gebreide kleding heeft al lang een vaste plaats in de harten en garderobes van vrouwen. Hun belangrijkste voordelen zijn warmte, zachtheid en ongeëvenaard comfort. Gebreide rokken – strak of speels, modern of vintage – geven fashionista's van alle leeftijden een bijzondere elegantie en vrouwelijkheid. Hun creatie kan een spannend proces zijn voor zowel beginners als ervaren ambachtslieden.
Materialen en gereedschappen
Het kiezen van garen voor een gebreide rok is een cruciaal moment. Het bepaalt of het kledingstuk goed past, zijn vorm behoudt of uitrekt na de eerste wasbeurt. Bij het kiezen van breigaren moet u rekening houden met verschillende criteria:
- naleving van het seizoen en het model;
- rimpels;
- strekken;
- vorming van pellets.
Wolgaren zonder pluisjes zijn zeer geschikt voor een winterproduct. Donsachtige draden hebben de neiging om te krullen en geven extra volume aan de heupen. Om dezelfde reden is het niet raadzaam om een rok van dik garen te breien of er grote, losse patronen voor te gebruiken.
Om ervoor te zorgen dat het product zijn vorm behoudt en niet uitrekt, kunt u wollen garen gebruiken met toevoeging van elastaan, zijde of nylon. Een onderrok van dunne, gladde stof voorkomt ook dat de stof uitrekt.
U kunt het uitrekken van het garen nog verder voorkomen door een klosje van dezelfde kleur aan de hoofddraad toe te voegen.
Voorbeelden van garens die geschikt zijn voor winter- en demi-seizoenrokken:
- Pekhorka "Australian Merino" - wol met een kleine toevoeging van acryl;
- YarnArt "Silky wool" - wol met zijde;
- Ests garen "Kauni" - zuivere wol;
- Alpina "Paula" - wol met nylon en zijde;
- Alize "Merino Stretch" is een wollen garen met acryl en elastaan.
Een gebreide zomerrok moet licht en soepel zijn en de bewegingsvrijheid niet beperken. De beste optie is daarom dun natuurlijk garen met een kleine toevoeging van acryl, viscose, microvezel of elastaan. Kies bij de keuze van garens voor katoen, linnen en zijde.
Je moet een rok niet breien van puur synthetische draden: deze rekken snel uit en behouden hun vorm niet.
Voorbeelden van garens waarvan een zomerrok wordt gebreid:
- Pekhorka "Natuurlijk katoen" - katoen;
- Kamtex "Gemerceriseerd katoen";
- Pekhorka "Briljant vlas" - vlas met viscose;
- BG Garn “Allino” – katoen met linnen;
- YarnArt "Summer" - katoen met viscose.
Kanten gebreide rokken kunnen met een petticoat gedragen worden. Een uitzondering hierop is strandkleding, die direct over een badpak wordt gedragen.
Als het item gehaakt is, moet je er rekening mee houden dat je ongeveer twee keer zoveel garen nodig hebt als voor een gebreide rok van dezelfde lengte. Het item zal zwaarder en dichter zijn.
Nadat je het garen hebt gekozen om mee te breien, moet je de breinaalden selecteren. Meestal staat het nummer ervan aangegeven op het garenetiket. Soms is het echter nodig om de diameter van de breinaalden te vergroten of te verkleinen om een losse of dikke stof te verkrijgen. Door bijvoorbeeld de maat van de naalden te veranderen bij het breien van een rok, kun je de stof aanpassen aan je figuur zonder dat er figuurnaden ontstaan.
Voor een patroon met vlechten, arans en garen met een pool is het aan te raden breinaalden met een grotere diameter te gebruiken dan aangegeven op het etiket. Zo wordt de stof niet te strak en zacht. Als het patroon opengewerkt is en er veel garens in zitten, is het beter om dunnere breinaalden te gebruiken, zodat het ornament duidelijk zichtbaar is.
Als de rok uit losse stukken bestaat en niet in het rond gebreid is, heb je ook een naald en bijpassend garen nodig om hem te maken. Je hebt ook een elastiekje of bandje voor de tailleband nodig.
U hoeft het elastiek niet vast te naaien als u een elastische draad samen met de hoofddraad in het bovenste deel van de rok breit.
Metingen en berekeningen
Om het item mooi te laten staan, moet je de maten correct opnemen. Voor een rechte rok met breinaalden moet je de taille en heupen opmeten. Daarna brei je een proeflapje met het gekozen patroon en bepaal je hoeveel lussen je nodig hebt voor de taille. Bereken vervolgens hoeveel meer je moet maken om het heupvolume te krijgen. Het verschil wordt gelijkmatig verdeeld over het aantal naalden van de taille tot de heupen. Zo krijg je een uitzetting van het product in overeenstemming met je figuur.
Vervolgens kunt u doorgaan met breien met hetzelfde aantal steken (voor een rechte rok), het aantal steken verminderen (voor een aansluitende kokerrok) of gelijkmatig verhogen (voor een uitlopend model).
Voor een zon- of halfzonrok is het niet nodig de heupomvang te meten.
Een andere maat die je moet nemen, is de lengte van het kledingstuk. Dit is de afstand van de taille tot aan de zoom. Als je een lange rok wilt, meet je de lengte op een model dat hakken draagt.
Wanneer u een kant-en-klaar patroon gebruikt, moet u dit zelf aanpassen. Afhankelijk van de breistijl moet het aantal lussen in het patroon worden aangepast, anders kan het artikel een maat groter of kleiner uitvallen dan nodig is. Het aantal lussen dat wordt opgezet, hangt ook af van de dikte van het garen en de diameter van de breinaalden. Daarom is het breien van een proeflapje voordat u met het hoofdwerk begint een verplichte stap die u niet mag overslaan.
Na het breien moet het proeflapje natgemaakt en gedroogd worden om te weten hoe het kledingstuk zich na het wassen gedraagt.
Een proeflapje is ook onmisbaar om te berekenen hoeveel garen er voor het product gebruikt zal worden. Nadat u een lap stof van 10 x 10 cm hebt gemaakt, kunt u berekenen hoeveel draden er voor gebruikt zijn en vervolgens de oppervlakte van de hele stof voor de rok delen door 0,1. Zo berekent u hoeveel keer meer garen er nodig is voor het hele product. Dit getal moet worden vermenigvuldigd met het aantal draden in centimeters voor het proeflapje. U krijgt dan de totale lengte van de rok.
Stapsgewijs brei-algoritme
Voor beginnende breiers zijn er verschillende eenvoudige modellen beschikbaar. Bijvoorbeeld een gelijkmatig uitlopende rok met een eenvoudig opengewerkt patroon of met een elastieken band. Zo'n product is vrij eenvoudig te breien met behulp van stapsgewijze masterclasses met diagrammen en beschrijvingen.
Opengewerkt
Een lange, elegante en veelzijdige opengewerkte rok is gebreid met een ribbel en een opengewerkt patroon van onder naar boven. Voor een product in maat 46 heb je het volgende nodig:
- halfwollen garen (370 m per 100 g) - 300 g;
- breinaalden nr. 3, 3,5, 4;
- rubber.
Afkortingen:
- LP – voorste lus;
- ВМЛ – samen voorste lussen;
- H – omslag;
- IP – averechte lus.
We beginnen met breien met naalden nr. 4, waarop we 146 lussen opzetten. Vervolgens zetten we ze over op naalden nr. 3,5 en breien we 3 naalden tricotsteek. Vervolgens breien we met een opengewerkt patroon, waarbij we alle even naalden LP maken. We beginnen elke naald met 2 LP en eindigen met 11 LP.
- 1-2 rijen: 1 LP, 1 H, 3 LP, 3 VML, 3 LP, 1 H, 1 LP;
- 3-4 rijen: 1 LP, 1 LP, 1 H, 2 LP, 3 VML, 2 LP, 1 H, 2 LP;
- 5-6 rijen: 1 LP, 2 LP, 1 H, 1 LP, 3 VML, 1 LP, 1 H, 3 LP;
- Rijen 7-8: 1 LP, 3 LP, 1 H, 3 VML, 1 H, 4 LP;
- Rijen 9-10: 2 VML, 3 LP, 1 H, 1 LP, 1 H, 3 LP, 3 VML;
- Rijen 11-12: 2 VML, 2 LP, 1 H, 3 LP, 1 H, 2 LP, 3 VML;
- Rijen 13-14: 2 VML, 1 LP, 1 H, 5 LP, 1 H, 1 LP, 3 VML;
- Rijen 15-16: 2 VML, 1 H, 7 LP, 1 H, 3 VML.
Zodra de stof 24 cm hoog is, beginnen we met minderen. Om dit te doen, minder je aan elke kant om de 3,5 cm 1 lus. In totaal moet je 10 minderingen maken. Bij een hoogte van 59 cm verwissel je de breinaalden voor naald nr. 3 en brei je een elastiek van 3 cm breed. Sluit vervolgens de lussen.
We breien het tweede deel op dezelfde manier als het eerste. Daarna stomen we ze en naaien we de zijnaden dicht. We naaien een elastiekje langs de bovenrand.
Uitgewaaierd met elastiek
Deze rok is geschikt voor vrouwen van elke lichaamsbouw. Hij loopt wijder uit vanaf de heuplijn en vormt kleine, zacht vloeiende plooien. Hij vergroot visueel de lengte en maakt het figuur slanker. De uiteindelijke maat is 42. Voor het breien heb je nodig:
- katoengaren met synthetische toevoegingen (280 m per 100 g) - 450 g;
- rondbreinaalden nr. 4, 4,5, 5;
- hoed elastiek.
Naarmate de diameter van de rok kleiner wordt, wisselen we van breinaalden: in de 90e naald naar nr. 4,5 en in de 110e naald naar nr. 4. We beginnen met breien van onderen, volgens het patroon:
- Zet 672 steken op met breinaalden nr. 5 en brei met een boordsteekpatroon van 1 tot 6 (1 LP, 6 IP).
- In de rijen 20, 40, 60, 80, 100 maken we een mindering: brei de voorste lus samen met de vorige.
- Door de mindering in de 100e naald blijven er 192 lussen over op de naalden in een boordpatroon. We breien tot de 110e naald en voeren opnieuw een mindering uit: brei 3 lussen met een schuine kant naar links, 5 lussen met een boordpatroon. Herhaal dit tot het einde van de naald.
- Sluit in rij 115 alle lussen en trek het elastiek van de hoed door de bovenrand. Je kunt het vervangen door een koord.
Indien gewenst kan de onderkant van het product gehaakt worden met garen in een contrasterende kleur, met behulp van een haaknaald en de “kreeftstap”-techniek.
Een gebreide rok is een geweldige optie om uw garderobe te diversifiëren voor elk seizoen. Zelfs een beginnende ambachtsman kan dit maken, het belangrijkste is dat je de instructies in de beschrijving volgt.
Video
